18 januari 2010
Op de Overtoomsebrug stonden twee agentes de fietsers te waarschuwen dat het glad was in de bocht.
‘Het is glad in de bocht!’ riep agente 1.
‘Pas op, het is hier erg glad,’ zei agente 2.
Voorbij de bocht vroeg ik me af of ze varianten hadden in hun zinnen — waarschijnlijk waarschuwden ze enkele honderden fietsers vanochtend.
Op de Apollolaan waren een paar moeders met kinderen achterop onderuitgegaan. Het waren jongens van een jaar of zes die stonden te snikken, hun moeders op hun hurken bij hen, troostend over ruggen wrijfend, de fietsen op hun kant op de stoep.
Bij de oefenvelden van Ajax gleed ik zelf weg in een bocht. Ik zette mijn voet op tijd op de grond.
Net voor de Amsterdamse Poort nam een lange man de bocht te scherp — hij ging onderuit. Er liep een groep Bijlmerkids (luidruchtig gespuis van rond de vijftien jaar, ontbijt etend uit zakken chips) en naar, wreed lachen steeg op.
Ik rolde de helling van de fietsenstalling af, met mijn hielen in mijn rem gedrukt.
Dit artikel is geplaatst op 18 januari 2010, in de categorie De observatie.
Hiervoor geplaatst: De Sloterdijk-manoeuvre
Hierna geplaatst: Brief aan J.D. Salinger
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.