Naar kantoor gaan en eten – dat kan wel eens problematisch zijn.
Dat problematische is natuurlijk van het gehalte ‘first world problems’; ik waarschuw maar vast.
Vanochtend had ik geen zin om brood te smeren. ‘Ik zie straks wel’, dacht ik, en nu is het zover. Het is ondertussen straks, en ik moet het zien, maar ik zie het niet.
Dat wordt weer een veel te duur broodje kopen, belegd, en niet eens zo lekker. En daar maakt een mens zich dan druk om. Wat ik al zei: first world problems.
De collega die vandaag naast me zit heeft hipsterbrood. Kijk, zei ze, ik heb superbrood. Ze zei dat het heel lekker was en dat er spelt in zat.
Ze had een bakker gevonden in Reigersbos. Haar vriend woont in Gein, daar slaapt ze een paar dagen, en ze was op zoek gegaan naar een bakker. Ze vond er een, Jongejans, en hij had hipsterbrood.
In Reigersbos? vroeg ik.
In Reigersbos, zei ze.
Gein en Reigersbos – andere mensen zouden dat ‘De Bijlmer’ noemen.
Wij, u en ik, kunnen vandaag al voorspellen dat de volgende hipstercluster zich in ‘De Bijlmer’ zal vestigen. Als het speltbrood er is, zullen de hipsters volgen.
Maar goed; ik weet nog steeds niet wat ik moet eten.
Dit artikel is geplaatst op 30 april 2014, in de categorie Cursief.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.