18 maart 2020
Een kantoordag.
Op kantoor hangen schermen met een nieuwsfeed, maar de feed wordt niet meer bijgewerkt. De laatste berichten zijn van negen dagen geleden en gaan over een man die met goudstaven op een vliegveld is gepakt en over iemand die een skiër uit de sneeuw redt. Het weerbericht is helemaal leeg. Er is geen weer.
Ik zou door het gebouw willen dolen, want dat lijkt me toepasselijk in die leegte, maar er mag niet gedoold worden. De vier verschillende torens mogen niet met elkaar mengen. Dat is goed, maar het niet kunnen dolen doet iets af aan de postapocalyptische ervaring. Het contactverbod is dan wel weer een plusje.
Ik heb een mooie werkplek bij het raam. Mijn dichtstbijzijnde collega zit vijf meter verder. Ik zag net twee collega’s buiten langskomen, mannen die ik niet ken, en ze hadden allebei twee pakketten met toiletpapier. De Kruidvat hier in de Bijlmer heeft af en toe een trolley met voorraad staan.
Bij de developers, achter het schot tussen onze afdelingen, zit één Indiër. Verder zit er niemand. Vanochtend liep ik naar hem toe en vroeg hoe het met the loneliest guy in the building was. Ik bleef twee meter van hem af staan.
It’s okay, zei hij. Hij vertelde dat hij alleen was omdat verder niemand durfde te komen.
In de loop van de dag komen de berichten dat de thuiswerkers weer op de VPN mogen, in ieder geval de mensen die ons werk doen. Het is lastig een website bij te houden als je niet bij de website kan, moet iemand terecht gedacht hebben.
Ik zeg tegen mijn collega’s dat ik vanaf morgen dan wel thuis wil werken, omdat ik de richtlijnen wil volgen.
Niemand vindt het gek; de helft van de groep die op kantoor zou moeten zijn vanwege die haperende VPN, is al thuis.
Een collega komt langs met een zak Doritos. Het is half vier geweest, dus dat is niet onlogisch. Ik kijk er even naar en vraag of ze wat Doritos op mijn bureau wil schudden.
Om vier uur zie ik de Indiër bij de snoepautomaat staan. Zijn creditcard is al in het betaalsysteem gestoken, maar hij staat hulpeloos door het venster te kijken.
Need help? vraag ik.
Hij zegt dat hij nu zin in Doritos heeft.
Ah, zeg ik, follow me. Ik neem hem mee naar de voorraadkast en zeg dat we een secret stash hebben voor de borrels op donderdagmiddag.
Hij glundert als hij twaalf zakken Doritos ziet.
Om vijf uur loop ik naar P4, waar ik mijn auto deze week neer mag zetten. P4 is op het dak van Villa Arena. De Bijlmer is leeg; de mensen die er lopen, kijken naar elkaar met een soort welwillendheid — ik weet geen ander woord voor die blik.
Ik ga even het station binnen om een tijdschrift te kopen voor mijn vrouw, en achter de piano zit een zwarte jongen te spelen, en om hem heen zingen vijf zwarte meisjes. Hemels, denk ik, dit is hemels.
De A2 is leeg. Mijn cruise control kan tot aan de tunnel bij Leidsche Rijn op 103.
Dit artikel is geplaatst op 18 maart 2020, in de categorie Het einde van de wereld.
Lees ook het eerste bericht uit einde van de wereld.
Hiervoor geplaatst: Eerste bericht uit het einde van de wereld
Hierna geplaatst: Derde bericht uit het einde van de wereld
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.