Ik wil haar

Ik wil haar.
Ik wil haar en ik wil haar nu.
Ik weet waar ze voor komt. Ze komt voor de jongens met de schouderstukken en de helmen. De jongens met de schouderstukken en de helmen staan straks op het veld en ze gaan rammen.

Daar komt zij voor.
Ik kom voor haar.
Als de jongens met de schouderstukken de helmen straks gaan rammen, juicht ze voor hen. Ze juicht en ze zingt en ze springt en ze danst.
Ik weet dat ze daarvoor betaald wordt, dat het haar werk is — maar ze meent het. Zo is ze.

De andere jongens met de schouderstukken en de helmen komen straks. Dat is de vijand. De vijand komt.
Zij is tegen de vijand.
Ze is voor deze jongens, dus tegen de vijand.

Ik weet wat ik ga doen.
Als de vijand straks komt, hou ik ze tegen. Dat kan ik doen. Ik heb het uniform. Ik hou ze tegen en mensen zullen zich afvragen wat er aan de hand is en iedereen zal kijken en zij ook, ze zal met haar vriendinnen naar de gracht lopen en kijken wat er aan de hand is en ze zal mij zien, ze zal mij zien in mijn uniform, en ze zal mijn macht erkennen.
Ik heb geen schoudervullingen en helm nodig.

Ik wil haar.

(7-2-2005)

The photographs on this web page are copyright 2004 Martijn van de Griendt Fotografie.
De tekst is copyright Walter van den Berg.