Ik heb vroeger schoongemaakt op een kantoor. Het was 1988 en in de avond fietste ik naar het kantoor van De Telegraaf bij Sloterdijk, en ik stofzuigde dan de gehele derde verdieping.
In die tijd leerde ik die vloer goed kennen. Ik wist waar de hydrocultuurkorrels naast de plantenbakken lagen, ik wist onder welk bureau er twintig of dertig verbogen paperclips zouden liggen, en ik wist waar de broodresten lagen.
Ik denk dat ik me toen voornam nooit paperclips te gaan buigen in wat voor zenuwtrek de bewoner van dat bureau ook had, of ze althans niet op de vloer te gooien, nooit broodresten te laten vallen (en te laten liggen), maar ik denk ook dat ik me niet voor kon stellen ooit op kantoor te gaan zitten. Toen ik toch op een kantoor terechtkwam, ben ik een ochtend lang onder de indruk geweest van mijn eigen telefoon.
Maar dat is geweest, en als ik ’s ochtends binnenkom en mijn vaste flexplek is bezet, dan ben ik even humeurig, zet me eroverheen, en zit vervolgens acht uur op kantoor, en er zijn niet veel dingen op een kantoor meer die indruk op me maken.
Op vrijdag is het rustig, dus mijn plek is vrij, en ik zit alleen aan het eiland. En als ik onder mijn bureau kijk, zie ik een opengevallen doosje paperclips tussen de kruising van de vier aansluitende tafelpoten van het eiland liggen, en ik weet dat het dat doosje er al lang, lang ligt, en ik neem me weer voor het vanmiddag eens op te ruimen.
1988 is lang geleden.
Dit artikel is geplaatst op 2 mei 2014, in de categorie Cursief.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.