We hebben een Greenwheels-auto.
Natuurlijk hébben we geen Greenwheels-auto, want dat is het hele verhaal met die Greenwheels: je hebt juist géén auto, je gebruikt alleen een auto wanneer je die echt nodig hebt. En die dingen staan overal, en je kunt ze allemaal gebruiken, dus het gevoel van een-auto-hebben zou er helemaal niet moeten zijn. Dat maakt het moreel gesproken erg kloppend. Maar er staat een Greenwheels recht voor onze deur, en dat maakt dat kleine rode ding toch een beetje onze auto.
Op Koningsdag viel het me ’s ochtends al op dat ie van z’n plek was: andere mensen die ‘m ook mogen gebruiken waren het oranjegewoel ontsnapt, natuurlijk. Alleen maar goed, dacht ik, dat is moreel gesproken erg kloppend, een auto delen met andere moreel kloppende mensen. ’s Middags zag ik dat er een dikke zwarte BMW op de plek voor onze deur stond. Oké, dacht ik, dat kan gebeuren, maar ik hoop wel dat ie weg is als onze auto terugkomt.
Later keek ik uit het raam. De plek was weer leeg. Onze auto kon rustig terugkomen.
Nog later keek ik weer uit het raam. De plek was bezet door twee andere auto’s, kleiner dan die BMW.
De dag erna stond de dikke zwarte BMW er weer.
In de instructies van Greenwheels staat: als er een dikke zwarte BMW op uw plek staat, parkeer dan zo dicht mogelijk in de buurt en bel Greenwheels. De dikke zwarte BMW wordt dan weggesleept.
Ik keek om me heen, zag ons kleine rode ding niet zo dicht mogelijk in de buurt staan, en ik vroeg me plotseling af of de andere moreel kloppende mensen die onze auto deelden godverdomme wel hadden gebeld om die godverdomde dikke zwarte vieze kloteauto WEG TE LATEN SLEPEN!
Verschrikt keek ik om me heen. Ik was er niet helemaal zeker van of die gedachte moreel wel klopte. Maar er waren geen moreel kloppende mensen om me heen die die gedachte hadden kunnen lezen.
Dit artikel is geplaatst op 28 april 2014, in de categorie Cursief.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.