10 september 2008
In de kleedkamer van de sportschool was een jongen die heel graag zijn piemel liet zien. De meeste mannen in de kleedkamer draaien een beetje naar de kastjes toe als ze in hun blote piemel staan, maar deze niet: hij stond met zijn kont naar de kastjes en zijn piemel keek de wereld in.
Het was een opvallend grote piemel. Waarschijnlijk was de jongen er daarom zo blij mee. Verder had ie niet veel om over naar huis te schrijven. Een onopvallend lichaam, een suffig hoofd en een lullig brilletje.
Zijn piemel bungelde in de open ruimte, en de jongen keek een beetje om zich heen. Jawel, dit is de mijne. Kijk er maar naar.
Ik keek er even naar, want zo gaat dat — de dingen waar je niet naar wilt kijken, daar kijk je juist het hardst naar.
Toen draaide hij zich naar zijn kastje omdat hij iets moest pakken (als hij dat had kunnen doen zonder zich om te draaien, had hij het niet nagelaten) en zag ik de piemel van opzij.
Let wel: dit gebeurde allemaal in een seconde. Ik stond niet minutenlang naar andermans piemel te staren.
De piemel had een boogje omhoog.
Ik ben niet bepaald een piemelexpert, maar ik zag onmiddellijk dat die piemel in licht erecte toestand was.
Wel godver! Stond dat joch daar dus een beetje opgewonden te zijn van het bekeken worden, en ik was ‘m aan het bekijken.
Ik voelde me misbruikt.
Dit artikel is geplaatst op 10 september 2008, in de categorie De observatie.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.