17 maart 2010
Mijn zuster belde toen ik op m’n werk zat. M’n moeder was verhuisd naar het ziekenhuis omdat ze weer een longontsteking had. Ze had hoge koorts gehad, vanochtend, die was nu een beetje aan het zakken, maar de mensen van het revalidatiecentrum hadden haar in een ambulance gelegd en haar naar het Lucas laten brengen.
Na het werk fietste ik ernaartoe. Ze lag op een kamer waar ze een week of twee geleden ook had gelegen. De andere mensen waren nieuw. Een oud vrouwtje dat de hele tijd naar ons zou blijven kijken, een oude man die in een rolstoel was gezet en bewoog door kleine stapjes op de vloer te zetten, en een man met een baard. De man met de baard zag eruit alsof hij in een band die liedjes van Boudewijn de Groot speelde had gezeten.
Mijn moeder sliep.
Ik legde mijn hand zacht op haar arm en ze werd wakker.
We praatten een beetje, ze vertelde hoe het gegaan was vanochtend. Ik legde mijn hand op haar voorhoofd — ze was niet warm meer.
Toen we niets meer te zeggen hadden, keek ze omhoog. Boven het bed hing een televisie, en die stond uit.
Ik vroeg of ik een tv-kaart voor haar moest halen.
Graag, zei ze.
Ik pakte de lift naar beneden, liep naar de hal, naar de automaat die tv-kaarten uitgaf. Er was een A4-tje opgeplakt, en op het A4-tje had iemand met balpen ‘defect’ geschreven. Ik liep naar de portier. De portier was een jongen met puisten, en hij vertelde me dat er nog zo’n automaat op de tweede stond. Hij wees naar het trappenhuis, rechts van hem.
Ik pakte de lift naar de tweede. Op de tweede vond ik geen automaat. Alleen deuren naar verkoeverkamers en operatiecomplexen. Er kwamen twee jonge dokters aangelopen — ze hadden geen witte jassen aan, alleen maar stethoscopen om hun nek hangen. Ik vroeg ze of ze wisten waar de automaat stond.
De langste van de twee zei dat ik in de verkeerde toren stond. Dat ik het andere trappenhuis naar de tweede had moeten nemen. Hij wees me de kortste weg naar de andere toren, via de eerste verdieping; hij liep een klein stukje met me mee om de deur die ik moest hebben aan te wijzen.
Ik bedankte hem.
Succes, zei hij.
Dit artikel is geplaatst op 17 maart 2010, in de categorie De observatie.
Hiervoor geplaatst: Een ongelukkige soep van misplaatsten
Hierna geplaatst: Niet veel meer
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.