30 januari 2010
Nrc.next belde en vroeg of ik nog last van een mening had. Neuh, niet speciaal, maar ik ben niet te beroerd er een te verzinnen. Geplaatst in de papieren next van 29 januari.
Ik ben aardig. Dat is een tekortkoming. Dat weet ik nu.
Gelukkig heeft SIRE geholpen me dat te realiseren met hun nieuwe campagne.
Op www.pasopaardig.nl staat een gebruiksaanwijzing voor het omgaan met aardige mensen. Aardige mensen zijn namelijk nogal zonderling, zo blijkt, en nu ik de verschillende aardigerds (de groeter, de complimentenmaker, de uitdeler, de attenterik en de wegwijzer) op de website heb kunnen bekijken, weet ik dat ik ook een rare snuiter ben. Als ik bij mijn vriendin in het dorp ben, begin ik al meters voor we iemand tegemoetkomen breed te glimlachen omdat ik weet dat daar teruggegroet wordt als ik gedag zeg and I love it; als er iemand langzaam langsfietst terwijl hij zoekend om zich heen kijkt, wil ik ‘m eigenlijk aanklampen om te vragen waar ie heenmoet — weer iemand die ik de weg kan wijzen; en ik doe aan de Amsterdamse variant van de uitdeler: ik geef bedelaars geld. Ik scoor drie uit vijf. Ik ben behoorlijk raar dus. Er is een gebruiksaanwijzing nodig voor mij, met een waarschuwende toon. Pas op, aardig.
Natuurlijk is het allemaal met een dikke knipoog bedoeld, want, zo zegt SIRE zelf: ‘uit onderzoek komt naar voren dat 78% van de Nederlanders vindt dat we aardiger voor elkaar zouden moeten zijn. Tegelijkertijd blijkt echter dat ruim twee miljoen Nederlanders er niet goed raad mee weten als een onbekende een aardig gebaar maakt.’ De nieuwe campagne is er ‘om aardige mensen een hart onder de riem te steken.’ Ah.
De — vast bijzonder aardige — mensen van SIRE doen hun best. En dat doen ze al jaren.
Ik heb een tijdje op hun website rond zitten klikken en ik kwam bij De maatschappij, dat ben jij, uit 2002, en bij dat filmpje staat: ‘Deze tachtigste SIRE-campagne deed veel stof opwaaien.’ De tachtigste? In 2002 was SIRE al tachtig campagnes bezig Nederland op te voeden? Dan kan het punt van de honderd niet ver weg zijn.
Misschien is het dan eens tijd om de stekker eruit te trekken.
Of misschien kan SIRE worden gereduceerd tot twee vrolijke jongens die elk jaar een variant op Je bent een rund als je met vuurwerk stunt verzinnen, gewoon, omdat dat een beetje bij Nederland hoort, omdat het een beetje cultuurgoed is. Jammer dat al dat opvoedgeweld verder zo nutteloos is geweest.
Want niemand, echt helemaal niemand, heeft zich ooit aangesproken gevoeld door een campagne van SIRE. De mens in het algemeen en de Nederlander in het bijzonder heeft het talent (of misschien is het wel een overlevingsmechanisme) te denken dat het altijd over iemand anders gaat. En de Nederlander denkt bij het zien van zo’n (vaak goed bedacht) filmpje: ha, ja, dat zal ze leren. De Nederlander betrekt het filmpje niet op zichzelf. Het zijn altijd de anderen over wie het gaat.
Hoe sympathiek het clubje ook is: SIRE is overbodig. Het zou een ideale wereld zijn als de stichting zichzelf overbodig zou hebben gemaakt, als iedereen de groeter morgen terug zou groeten, maar de campagnes slaan stuk op de overtuiging van ieder mens dat het niet aan hem ligt. Een opvoeding krijg je thuis, en je ouders hebben het altijd goed gedaan, ook al hebben ze dat niet.
Ik ben een aardig mens omdat ik dat als kind heb geleerd. Ik ben verre van perfect opgevoed: mijn ouders hebben het lang niet altijd goed gedaan, maar ik laat me dat niet door een reclameblok op televisie vertellen. SIRE werkt niet. TV-kijkend Nederland is al opgevoed. En of dat goed of slecht is gebeurd, doet er niet toe.
Dit artikel is geplaatst op 30 januari 2010, in de categorie Ergens anders.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.