1 augustus 2009
Ik heb het gehaald. Ik ben van Tilburg naar Amsterdam gefietst. Het was hell.
Niet het fietsen zelf hoor, maar de route. Ik had bedacht dat ik hemelsbreed zo rechtdoor mogelijk wilde fietsen, dus vanaf Tilburg recht omhoog.
‘Rechtdoor’ is dan een betrekkelijk begrip.
Het eerste uur heb ik genoten van de mooie omgeving, en het stilstaan om op te zoeken hoe ik verder moest was aanvankelijk nog lekker gemoedelijk, maar op zo’n racefiets wil je eigenlijk een beetje doorrijden. En van doorrijden was geen sprake.
Ik had de ‘landelijke fietsatlas’ bij me, een boekje met knooppunten (dat zijn witte bordjes langs de weg met een cijfer in een cirkel erop), en dat blijkt een goed systeem te zijn, als je alle tijd hebt om op elke kruising eens goed om je heen te kijken waar ze dat bordje nu hebben verstopt. Ik had de knooppunten die ik wilde volgen op een kaartje geschreven, maar ik moest er steeds iets harder van huilen: op een gegeven moment was ik verdwaald in een park onder Nieuwegein, en een T-splitsing was vastbesloten geen geheimen weg te geven.
Google maps op mijn iPhone met GPS heeft me meerdere malen gered. Als ik de nieuwste iPhone met kompas had gehad, was het nog iets simpeler geweest.
Grootste probleem waren de stedelijke gebieden. Een dorpje op de kaart is een springplankje: je ziet het aankomen en je rijdt er doorheen in een paar minuten en je richt je op het volgende dorpje. Utrecht en zijn suburbs zijn een stuk minder springplankerig; dat was heel veel stilstaan en heroriënteren.
En dan aankomen in Amsterdam: als je langs dat kanaal tussen Utrecht en Amsterdam rijdt, zie je de Arena al opdoemen, maar je kan er niet rechtstreeks naar toerijden. Nou, maar ik ben in ieder geval dichtbij, denk je dan. HA!
Ik ben nog door geheime dorpjes die aan Amsterdam vastgeplakt zitten gereden, ik kwam tussen de honingraatflats van Zuid-Oost terecht (en man wat is het een andere wereld daar! Ik was twintig minuten de enige witte mens en dan had ik ook nog een strakke korte broek aan), toen kwam ik in Diemen, en eindelijk ontdekte ik bekend terrein. Langs het Amstelstation fietsen voelde al als thuiskomen.
Wat ik wel kan zeggen: Nederland is prachtig. Vooral het Brabantse deel deed me niet opschieten omdat ik alleen maar om me heen keek.
Google maps zegt dat het lopend 117 kilometer is, dus fietsend zal het ook wel zoiets zijn, en ik heb er (schrik niet) zeven uur over gedaan. Met heel veel stilstaan om de weg te zoeken. En met heel veel gezig en gezag.
Als ik ooit nog eens zoiets doe, pak ik de provinciale wegen: lange rechte stukken.
Als je zin hebt om het op te zoeken, ik heb de volgende route ongeveer gevolgd: Tilburg, Loon op Zand, Waalwijk, Drunen, Heusden, Wijk en Aalburg, Veen, Aalst, Zuilichem, Brakel, Heukelum, Leerbroek (zat ik daar in de Bible belt? Ik zag allemaal lange rokken), Hei- en Boeikoop, Vianen (waar ik net het laatste pontje miste), Nieuwegein, Utrecht, Maarssen, Breukelen, Loenersloot, Driemond, en daar reed ik Amsterdam binnen.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.