6 april 2009
Iemand vroeg of we nog veel smsten.
Tien keer per dag minstens, zei ik. Ik onderdreef.
Ik heb de berichtjes die we vanochtend voor twaalf uur heen en weer stuurden geteld: 33.
En dan variëren die berichtjes van simpele mededelingen als ‘ik ben er bijna’ tot de droom van vannacht tot een liefdesverklaring tot dingen die andere mensen nooit zullen mogen lezen.
Het is niet elke dag zoveel, maar het is een constante stroom.
Volgende maand zijn we anderhalf jaar bij elkaar en ik kan nog nerveus worden als ik weet dat ik haar ga zien, ik kan hele gesprekken met andere mensen aan me voorbij laten gaan (sorry) omdat zij in m’n hoofd zit.
Ik had vanochtend een vergadering waar ik iets slimmere dingen had kunnen zeggen (sorry) als ik niet aan haar had zitten denken.
Ik wilde iets schrijven over wat er leuk is aan dat smsen met Robin, 33 berichtjes op één maandagochtend, maar het is voor mij leuk, voor ons. Niet voor iemand anders.
Ik maak er maar weer een stukje van onuitstaanbaar geluk van, een kleine, knerpende lofzang op de ware liefde. Loop door, niks te zien hier. Alleen maar onuitstaanbaar geluk. En ik geef niet eens de gelegenheid enig ongenoegen te uiten.
Verdraag al dit geluk, wees maar gelukkig voor mij – een andere emotie komt toch niet bij me aan.
Dit artikel is geplaatst op 6 april 2009, in de categorie Persoonlijk.
Hiervoor geplaatst: Het lijkt wel maandag
Hierna geplaatst: Over het lezen van Murakami
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.