13 februari 2016
In de Gazet van Antwerpen stond een 4-sterrenrecensie, geschreven door Marijn Sillis, en ik plak ‘m hier helemaal:
‘Goofy, bleef ze zeggen, Goofy, maar niet hard, omdat ze zich schaamde dat ze het hondje kwijt was geraakt terwijl ze het net had gekocht.’ Veel treuriger dan dat wordt het niet in Schuld. En zo is die ene scène – hoe de triestigste puppy van het nest in een vreugdeloos uithoekje van Amsterdam weg springt van de ellendige Sandra – min of meer de samenvatting van de nieuwste roman van Walter van den Berg.
Een boek lang dealt de Nederlander immers in treurigheid, en dat in een onbelemmerde, rauwe stijl. Terwijl de hoofdpersonages en tijdsvakken doorheen de hoofdstukken in elkaar schuiven, blijft het decor hetzelfde: de grauwe, tijdloze achterkant van Amsterdam, waar immer falende helden zich ledig houden met het maken van schulden om schulden af te lossen.
Daarin bedreven is ook de sjacherende tiener Kevin, rond wie alle personages zich verzameld hebben: de voor moord veroordeelde zingende vader, de schrijvende nonkel, de lamgeslagen stiefmoeder en de louche handelspartner. De afwezige katalysator van zoveel schuld(gevoel): de verdwenen moeder. Het gebroken gezin als onzichtbare aanvoerder van niet te counteren sociale ellende.
Maar ook al zijn zijn personages hopeloos, Van den Berg zet ze niet genadeloos neer. De auteur wekt in Schuld een zekere empathie op voor verloren zielen die, zoals de achterflap aangeeft, nooit gered zullen worden. Schuld – esthetisch gezien trouwens erg lekker uitgebracht door het prille Das Mag Uitgevers – doet in al zijn grimmigheid pijn, en verraadt op die manier het schrijftalent van Van den Berg. Hij zal weinig lezers opzadelen met een schuldgevoel om de geïnvesteerde leestijd.
Dit artikel is geplaatst op 13 februari 2016, in de categorie Recensies.
Hiervoor geplaatst: ‘Grote stilistische beheersing’
Hierna geplaatst: Boek van de maand bij DWDD
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.