vandenb.com // Walter van den Berg


791 woorden: bivakkeren in nostalgie

24 januari 2011

Een column voor het literaire tijschrift Passionate.

Ik lees nu een boek over hackers. Het boek is uit 1984 en achterop staat zoiets als: vroeger was het behelpen, maar nu (in 1984) hebben we natuurlijk geweldige computers, kijk ons toch eens met onze Commodore 64! (Ik weet nog niet of de Commodore 64 genoemd gaat worden; ik ben nu op het punt dat de Altair 8800 uitgevonden wordt: de eerste computer die mensen thuis neer kunnen zetten maar die, als je er zelf geen onderdelen aan bouwt, niet veel meer doet dan knipperen met rode lampjes.) Ik ben meta-historisch aan het lezen. Een oud boek over geschiedenis.

Het verhaal is alleen meeslepend voor nerds zoals ik, maar meeslepend is het: ik waan me in 1959 op MIT, waar onooglijke jongens met pennen in hun borstzak vechten voor een plek achter de terminal van een computer die drie huiskamers in beslag neemt; ik bén in Silicon Valley als de Homebrew Computer Club in de vroege jaren zeventig met die Altair 8800 aan de slag gaat.

Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, zoals een groot Hollands poëet ooit zei, maar dat maakt ook niet uit: het gaat erom dat ik door een boek ondergedompeld word in een tijd die ik zelf mee had willen maken.

Met films werkt het ook, natuurlijk. Elke keer als er een Sissifilm bij de KRO wordt uitgezonden, kijkt mijn schoonmoeder. Zij gaat voor de romantiek van de jurken. En dan zegt ze dat ze in de verkeerde tijd is geboren. Dat zegt ze ook als er een klassieker als White Christmas op tv is. ‘Ik ben in de verkeerde tijd geboren.’

Nu is de moeder van mijn vriendin een jonge blom, maar mijn eigen moeder was achttien toen White Christmas in 1954 in de bioscoop kwam — mijn moeder is precies op tijd geboren om mee te maken wat mijn schoonmoeder graag mee had gemaakt. Qua jurken en kapsels dan. En toch ligt mijn moeder nu in haar verzorgingshuis mee te maken wat wij nu allemaal meemaken. Nostalgie heeft een houdbaarheidsdatum met terugwerkende kracht. Mijn moeder woont niet meer in 1954 — dat doet ze al 56 jaar niet meer. Ik kan mijn iPhone nu in m’n moeders handen drukken zodat zij de vakantiefoto’s kan bekijken, ook al heeft ze de leeftijd gehad om van Bing Crosby te dromen.

Ik kan zelf lichtjes wegdromen bij onschuldige beelden uit de jaren zeventig of tachtig — maar ik heb de jaren zeventig en tachtig meegemaakt. Niet zo bewust als ik achteraf zou willen, maar dat is de tragiek van het nu: je weet pas later dat dat nu iets bijzonders was. Nu, dit nu is saai, nu is altijd de tijd waarop we er het normaalst uitzien, die idiote broeken met wijde pijpen in de jaren zeventig, die broeken met hoog water in de jaren tachtig: die waren raar, achteraf, wat we nu dragen is zoals het hoort en het gaat nooit meer iets anders worden.

Maar we wonen niet in 2010, we bivakkeren er niet, en ik weet zeker dat er in 2040 mensen gaan zijn die zeggen: ach, 2010. Als je toen toch geleefd had. En met een beetje mazzel zijn wij er dan nog, en de 2010-zuchters zullen daar volledig aan voorbij gaan.

Toen ik dertien of veertien was, kreeg ik computerles op de mavo. Ik werd achter een beeldscherm met de afmetingen van een flink aquarium neergezet, en dat beeldscherm was zwart, en met groene letters knipperden er een paar lettertekens.
C:\>
En dat was het.

Ik werd er niet warm of koud van. Ik geloof niet dat ik enige magie op het scherm zag. We kregen een paar opdrachten, en ik kan me niet herinneren of ik die opdrachten tot een goed einde heb gebracht. Toen de les af was gelopen, vergat ik de computer onmiddellijk. De dos-prompt, die paar lettertekens — ze deden het niet voor mij, toen. Terwijl ik nu een verouderd boek lees over de geschiedenis van de computer, een boek dat uitkwam toen ik onbewogen naar dat grote zwarte scherm staarde. De schrijver dacht dat we er al waren met de computer (op de achterflap staat ‘today, technology is cool’) maar man, je stond nog midden in de geschiedenis.

En ik had er toen zo in kunnen stappen. Ik had mezelf DOS kunnen leren, ik had kunnen programmeren in BASIC, later overstappen op pascal, ik had kunnen begrijpen wat het betekende toen de eerste pentium-chip op de markt kwam. Maar ik heb het toen niet gezien.

Ik weet het, het klinkt even spannend als gras zien groeien, maar láát me.

Ach, 1984.
Je kan niet wonen in een tijd. Je kan een film kijken, een boek lezen, en als je dat boek weglegt, ontdek je weer dat je altijd in dat verdomde nu zit.


U kunt zich inschrijven voor de nieuwsbrief.

Dit artikel is geplaatst op 24 januari 2011, in de categorie Ergens anders.

Hiervoor/hierna

Hiervoor geplaatst:

Hierna geplaatst:

Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.