7 februari 2011
Op about:blank staat een stuk (beetje rare layout, hij staat aan de rechterkant van de pagina) van een anoniempje dat klaagt over het feit dat Dominique Weesie van geenstijl.nl ‘Blogger van het decennium’ is geworden. In 2008 heb ik een column voor Passionate geschreven met hetzelfde idee dat de anonieme schrijver had.
Ik geloof niet dat ik deze column eerder online gezet heb – waarschijnlijk was ik bang voor de geenstijl-jügend die hier massaal komt zeggen dat ik geen huilie huilie moet doen.
Nou ja, weet je wat: zeg het maar gewoon. Ik doe huilie huilie.
Ik heb een stokpaardje, en hoewel ik me bewust ben van het feit dat mensen met stokpaardjes heel vervelend zijn, gooi ik ‘m erin. Hatsee, hier is ie: het Nederlandse deel van het internet is stom.
En iets preciezer: het Nederlandse deel van het internet hangt aan elkaar van bekrompenheid, egocentrisme, navelstaarderij, scheldpartijen en foto’s van huisdieren.
Persoonlijk maak ik me schuldig aan al het bovenstaande. Wat mij weer voer voor mijn stokpaardje oplevert, want ik ben graag slachtoffer van mijn omgeving. Ik heb heel lang een schrijflog gehad waar ik het navelstaren tot de norm van het Nederlandse internet heb verheven; ik ben in 2000 begonnen met zeuren over dingen die me bezighielden (mijn kat, ritjes in de tram en wachten in de rij bij de kassa), en geloof het of niet, maar: in die tijd was ik daar de enige in. Nou ja – vrijwel de enige. Ik weet for a fact dat er een heleboel schrijflogs door mij zijn geinspireerd.
Daar heb ik een dubbel gevoel over: ik ben trots op zoveel invloed en ik schaam me voor het eindproduct: honderdduizenden weblogs waar mensen vertellen over hun avonturen in de rij bij de kassa. (Begrijp me niet verkeerd: als een stukje goed geschreven is, is het altijd de moeite waard, ook al gaat het helemaal nergens over, maar er zijn zoveel mensen die niet doorhebben dat dat dus de bedoeling is: je stukje dat nergens over gaat zo goed schrijven dat het niet meer uitmaakt dat het nergens over gaat.)
Ik ben zelf wel zo’n beetje opgehouden met dat soort stukjes, maar ik zet regelmatig foto’s van mijn hond op flickr. Mea culpa, zonder meer.
Ach ja – het Nederlandse deel van het wereldwijdewebje.
In Nederland betekent het internet: mensen afzeiken op geenstijl.nl, fora over wasmachines en weblogs met te veel slecht geschreven verhalen over in de rij bij de kassa staan.
Kijk: met die fora en die neuzellogs kan ik heel goed leven. Dat valt allemaal te negeren, tenslotte. Maar wat mij al jaren pijn doet, is het gigantische succes van afzeikweblog geenstijl.nl. Op geenstijl worden mensen te kakken gezet, en geen enkel middel wordt geschuwd. Geenstijl is het succesvolste weblog van Nederland. En dat is eng. Vooral de mensen die reageren maken het unheimisch: de berichtjes van de redactie zijn naar, maar de reacties zijn echt van idioten. Wat helemaal gaat schuren is dat er ook nog commentaar wordt weggejorist door de redactie – als er dingen worden geschrapt die nog erger zijn dan wat er blijft staan, ben ik bang voor Nederland. Dat is dan het internet dat de gemiddelde Nederlandse huiskamer binnenkomt, want dat is het internet dat media-aandacht krijgt.
Ik was zo gelukkig geweest als weblogachtigen met een positief idee hadden gefloreerd in Nederland. Maar dat doen ze niet. Mooismagazine.nl [noot 2011: niet meer erg levend] heeft een serie Dutch Bloggies (een jaarlijkse prijs voor de beste weblogs) gewonnen, maar dat is waarschijnlijk omdat de jury van de Bloggies hetzelfde idee had als ik: was het maar leuk op het Nederlandse deel van het wereldwijdewebje. Want mooismagazine.nl is een prachtig concept (iedereen die iets leuks te vertellen heeft, mag dat vrijuit doen), maar in m’n feedlezer zie ik maar twee niet altijd even goed geschreven postjes per week voorbij komen.
Er gaat in Nederland nooit iets moois van de grond komen, en dan echt goed van de grond komen, wat internet betreft, omdat Nederland bestaat uit zeikerds en mensen die het lievcr alleen doen, als ze iets kunnen.
Weet u: ik ben blij dat ik niet zo iemand ben die roept dat ie wel ergens anders gaat wonen omdat dit zijn land niet meer is, maar ik geloof dat ik wel al virtueel geëmigreerd ben.
Ik ben alleen heel even teruggekeerd toen Rita Verdonk een tijdje terug met haar wiki kwam. Rita had een beweging en die beweging ging naar het volk luisteren en het volk mocht zijn ei kwijt op Rita’s wiki. Iemand in haar clubje had kennelijk geroepen: laten we heel erg web 2.0 worden, want dat is nieuw! Zonder verder enig idee te hebben wat zoiets zou doen op het Nederlandse deel van het wereldwijdewebje.
Met lichte voorpret klikte ik de wiki open, en: het was een slagveld. Rita werd compleet belachelijk gemaakt. Een wildgroei van serieus bedoelde maar door domheid lachwekkende suggesties vermengd met gesar van het volk dat normaal bij geenstijl rondhing. Onder het kopje leges: ‘Geen gekut met glasbakken. Smijt je fles gewoon weg als-ie leges.’
Ik heb een hele dag zitten verversen en zitten lachen, tot Rita’s mensen de wiki offline haalden. (Voor een mirror, zie hier)
Het was het virtuele equivalent van het rotmoffen blijf met je rotpoten van onze rotjoden af uit de oorlog: het Nederlandse volk zuigt en kankert en is zwaar onverdraagzaam, maar laat het niet gebeuren dat iemand de oorzaken aan wil pakken (en zeker niet op zo’n debiele manier als met een wiki), want we moeten nog iets overhouden om onverdraagzaam over te zijn.
Dit artikel is geplaatst op 7 februari 2011, in de categorie Ergens anders.
Statistieken worden bijgehouden door Google Analytics, maar ik heb geen idee waar ik eigenlijk naar kijk.